Ik ben geen luistervink, maar in de trein is het vaak onmogelijk om een gesprek niet op te vangen. Zo ook het gesprek van twee meiden aan de andere kant van de coupé.
"Ik rook 4 pakjes sigaretten per week. Soms baal ik zo van mezelf. Ik ga gewoon geen sigaretten meer kopen en niet meer bietsen van anderen. Ik moet gewoon stoppen. Maar ik ben gaan roken toen ik 15 was en mensen zijn zo gewend dat ik rook. Dus laatst was ik al drie weken gestopt en zeiden mensen ‘ah joh, kom even een peukje roken’. En dat is lastig. Want als ik zeg dat ik ben gestopt, dan zeggen de mensen 'dat lukt je toch niet'."
Nu ben ik geen roker, maar mij moeder was dat wel. Ze rookte vroeger als een ketter, bijna twee pakjes caballero per dag. Maar ze stopte van de een op de andere dag. Ze had een slof sigaretten in de kast liggen, maar die heeft ze nooit meer aangeraakt, behalve om het weg te gooien. Ze was onvermurwbaar hierin. Het moest en zou lukken.
Dat had ze ook toen het begin jaren ’80 slecht ging met de zaak. Er werd doorgezet, want het bedrijf laten klappen was geen optie. Wat zouden de mensen wel niet zeggen? Uiteindelijk hebben mijn ouders een rigoureuze draai gemaakt, waarna het restaurant weer ging lopen als een tierelier. Ze beten zich vast in hun idee, ongeacht wat anderen ervan vonden. Maar het duurde nog een hele tijd voordat ze hun financiële buffer weer op peil hadden.
Wat de anderen vinden is zelden relevant
De meesten van ons zijn gevoelig voor wat andere mensen zeggen. Zij zoeken naar bijval, instemming en waardering. En leunen zwaar op de meningen van derden omdat ze erbij willen horen. Geaccepteerd worden door anderen is een verlangen dat in de mens zit ingebakken. Het geeft ons een goed gevoel.
Dat is vaak de reden waarom we tegen wil en dank iets volhouden. Want we voelen de sociale druk. Terwijl je diep van binnen weet dat het niet goed gaat, niet bij je past of je zelfs tegenstaat. Ondanks dat je een andere weg zou moeten inslaan, beargumenteer je voor jezelf waarom je dat niet doet. Zoals doorsukkelen met je bedrijf en doen alsof, terwijl je ook onorthodoxe maatregelen kan nemen. Dat is blijven hopen, wachten en wensen. En jezelf voor de gek houden.
Nu helpt de praat van mensen om je heen ook niet. Ze kunnen sceptisch en terughoudend zijn als het om verandering gaat. Ze geloven er niet in, vinden dat je er niet klaar voor bent of vragen zich af waarom je het risico zou nemen. Een enkeling hoopt zelfs stiekem dat het je niet lukt en gunnen je geen succes.
Ben je bereid om tegen de stroom in te zwemmen?
Als je altijd rekening houdt met wat anderen vinden, kom je nooit vooruit. Dat betekent niet dat je gevoelloos moet zijn en geen rekening houdt met anderen. Je moet de informatie die je krijgt duiden. Als de input van iemand je sterker maakt, dan neem je die ter harte. Zo niet, dan leg je die naast je neer.
Je moet mentaal sterk zijn om je niet te laten beïnvloeden en zaken objectief te kunnen beoordelen. Elk mens heeft zijn zwakke momenten, dus iedereen laat zich wel eens in de put praten of de hemel in prijzen. We hebben allemaal wel een overtuiging of opvatting die ons niet helpt, maar juist tegenhoudt.
Niet veel mensen zullen je adviseren om juist de moeilijke keuzes te omarmen. Keuzes die niet ‘mainstream’ zijn. Keuzes waar anderen zich voor zouden schamen omdat het ze kwetsbaar maakt. Een risicovolle keuze die fout kan uitpakken, maar ook voor een ommezwaai van je bedrijf kan zorgen.
Het zijn dit soort tegendraadse beslissingen die je goed moet overwegen. Maar goed ‘gewogen’ kan het voor persoonlijke groei en voorspoed zorgen.
Over Monique:
Monique is geboren en getogen in de horeca, in het restaurant van haar ouders. Daarna heeft zij meer dan 25 jaar gewerkt in de Internationale hotellerie en de meeting & events markt, in zo’n beetje alle disciplines, van medewerker tot commercieel directeur van een hotelgroep. Nu is ze eigenaar van Strategisch Horeca Advies en founding partner bij HorecaMonitor. Verder is columnist en geeft ze trainingen aan de HM Academy op gebied van conceptontwikkeling en marketing.