Dat de maatregelen om verdere verspreiding van het coronavirus een halt toe te roepen noodzakelijk zijn, dat begrijpt vrijwel iedereen. Zeker als je kijkt naar hoe het virus om zich heen grijpt in landen die minder strikte maatregelen hadden doorgevoerd. De VS kenden gisteren (donderdag 25 juni) een recordaantal nieuwe besmettingen: 40.958. Wanneer je in het achterhoofd houdt dat de kans groot is dat het daadwerkelijke aantal besmettingen daar een tienvoud van bedraagt, mogen we ons in Nederland gelukkig prijzen dat het de goede kant op gaat. Ook op economisch vlak worden de VS zwaar getroffen; in de afgelopen week kwamen er 1,5 miljoen werkelozen bij. Hoe zwaar we het ook hebben, het is altijd goed om alles in perspectief te plaatsen, want wat was er gebeurd zonder al die maatregelen waar iedereen nu eigenlijk wel genoeg van heeft? Met de VS als voorbeeld, kunnen we concluderen dat de versoepelingen die we in ons land nu mogelijk zijn, ondenkbaar waren geweest als de overheid de teugels niet zo strak had aangetrokken.
Ik interviewde zelf twee voorzitters van veiligheidsregio’s in Nederland, en zij zijn nog steeds zeer op hun hoede; een nieuwe uitbraak ligt volgens hen wel degelijk op de loer en de strenge maatregelen hebben in ieder geval geholpen om de horeca – en andere sectoren – in de zomer een beetje lucht en vrijheid te geven. Wat daarna gebeurt? Dat weet nog niemand, maar voorzichtigheid blijft geboden. Misschien moeten we, en verschillende belangenorganisaties en protestgroepen, tevreden zijn met wat wél kan, en wat er al bereikt is, in plaats van te kijken naar wat niet kan. Ondernemers zijn goed in het opspeuren van kansen en hebben heel veel creatieve ideeën ontplooid, maar als je als café geen terras hebt, dan kun je het wel schudden. Oók met de versoepeling van de regels, want de anderhalve meter afstand blijft bestaan, en dat levert binnen een vrijwel onwerkbare situatie op wanneer je je omzet op peil wilt houden. Op het terras zijn de zogenaamde ‘kuchschermen’ dadelijk toegestaan, maar binnen nog niet. En dan gaat zelfs het ‘coronadubbeltje’ (een tijdelijke verhoging van de prijzen vanwege het coronavirus) je niet helpen. Het zou voor veel caféondernemers al veel schelen wanneer het binnengebruik van deze schermen op korte termijn toegestaan zou worden, alhoewel staan in geen enkel geval is toegestaan. Ook niet op anderhalve meter. De horeca wordt een zittende aangelegenheid. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat nachtclubs en discotheken voorlopig gesloten blijven, want zittend dansen is maar aan een enkeling voorbehouden.
Kortom: we mogen niet klagen wanneer we naar een land als de VS kijken, maar tegelijkertijd is de cafébranche tijdens de coronacrisis één van de zwaarst getroffen branches. Omdat er door de bevolking vooral horecabreed wordt gekeken naar de mogelijkheden, en juist die positieve voorbeelden frequent naar buiten worden gebracht in de media, ontstaat er het beeld dat er best wel wat mogelijk is. Maar dat is helaas niet zo voor die caféondernemer die geen – of een klein – terras heeft en niet veel vierkante meters aan binnenruimte. Deze ondernemers zijn net als het gros van de zittende dansers; ze willen wel, maar het lukt ze niet. Enkelen van hen blijken getalenteerde zittende dansers te zijn, maar de meesten zullen noodgedwongen de handdoek in de ring werpen. Laten we dus hopen dat de – voor nu – ingrijpende maatregelen hun vruchten afwerpen en een tweede golf doen voorkomen. Want als die golf komt, dan wordt de cafébranche erdoor overspoeld. Op naar een verdere versoepeling, maar dan wel op een verantwoorde manier!
Reageren?
Dat mag, en kan via thijs.jacobs@uitgeverijps.nl