Lachgas is een middel dat wordt gebruikt als verdovingsmiddel bij operaties en recreatief als roesmiddel. Sinds juli 2016 valt lachgas dat verkocht wordt in ballonnen onder de Warenwet, dus niet meer onder de Geneesmiddelenwet. Hierdoor is de NVWA de partij die toeziet op de verkoop van lachgasballonnen. De partij treedt echter niet handhavend op, aangezien bij doorsnee recreatief gebruik geen ernstige gezondheidseffecten worden verwacht.
Wat wordt dan verstaan onder recreatief gebruik? In de praktijk is het gebruiken van tien lachgasballonnen gelijk aan een anesthesiebehandeling van een kwartier met 50 procent lachgas. Het gebruik van minder dan tien lachgasballonnen per gebeurtenis (en dan maximaal een keer in de maand of minder frequent) wordt dus gezien als recreatief gebruik. Hierbij zijn, ook op langere termijn, geen gezondheidseffecten te verwachten. Het is echter niet uit te sluiten dat er wel degelijk risico's kleven aan het gebruik van lachgas; zeker als er teveel van wordt gebruikt of wanneer het op een onveilige manier wordt ingenomen of gebruikt.
Op de website van de NVWA lezen we het volgende:
'Degene die ballonnen met lachgas op festivals aanbiedt aan gebruikers, voor geld of gratis, is een producent in de zin van de Warenwet (een ‘waar’). En is daarmee verantwoordelijk voor de veiligheid van het product dat hij of zij levert. Datzelfde geldt voor (internet)leveranciers van lachgaspatronen die duidelijk recreatief gebruik propageren. Toepassen of verhandelen van lachgas voor een ander doel dan waarvoor de fabrikant het heeft gemaakt, is niet per definitie illegaal. Degene die lachgas voor andere doeleinden verhandelt moet wel nagaan of het ook veilig te gebruiken is door de mensen aan wie het product wordt verhandeld.'
'Degene die lachgas verstrekt is er verantwoordelijk voor dat het product voldoet aan de eisen. Het product mag op basis van art. 18 onder a. van de Warenwet gezien haar bestemming te verwachten gebruik geen bijzondere gevaren voor gezondheid of veiligheid opleveren. Om na te gaan of handhavend optreden door de NVWA nodig is voor lachgas bij recreatief gebruik op basis van de Warenwet, heeft de NVWA het RIVM gevraagd na te gaan of er sprake is van een ernstig gezondheidsrisico. Door de uitkomst van dit RIVM-onderzoek (2016) ziet de NVWA geen reden om handhavend op te treden.'
Verkopen mag
De conclusie? Lachgaspatronen en lachgasballonnen mogen verkocht worden, ook in de horeca! Er zijn al wel retailbedrijven die maatregelen hebben aangekondigd om verantwoorde verkoop te stimuleren. Naar het schijjnt, krijgen veel horecaondernemers het verzoek van gasten of zij lachgas aanbieden en daardoor leeft bij veel ondernemers de vraag of zij aan het verzoek gehoor willen geven. Er zijn al commerciële partijen die 'veilig lachgas' aanbieden aan de horeca. Toch willen veel café-eigenaren niet mee in de hype en steeds meer gemeenten, zoals Arnhem, stellen dat ze een verbod op lachgas in de horeca willen voeren. De gemeente wijst verzoeken van handelaren die het gas op festivals willen verkopen al af. Maar de wens van de gemeente roept dan direct ook de vraag op waarom een dergelijk verbod enkel in de horeca doorgevoerd moet worden en niet breder. In Winschoten hebben kroegeigenaren en de burgemeester vorig jaar al afgesproken dat er in het weekend geen lachgas meer verkocht wordt in de horeca.
Standpunt KHN
KHN heeft echter wel een standpunt in deze kwestie. De werkgeversorganisatie acht het onwenselijk dat lachgas in de horeca wordt verkocht. Op de website van KHN lezen we het volgende:
'Meer in zijn algemeenheid moet een horecaondernemer waken over de gezondheid en veiligheid van zijn/haar gasten. Hoewel de verkoop van lachgasballonnen in principe is toegestaan vindt KHN het onwenselijk wanneer lachgaspatronen en lachgasballonnen in de horeca worden verkocht.'
Top10-2019
