Interview Ruk en Pluk Amsterdam: "Verbouwen? En al die herinneringen dan?"

Auteur: José Mast
5 januari 2019
Interview Ruk en Pluk Amsterdam: "Verbouwen? En al die herinneringen dan?"

Waar geknoopte kleedjes op tafel liggen, waar de foto’s van overleden eigenaars en gasten de wanden sieren, waar de chips en bitterballen nog gratis weggegeven worden, daar voelt Amsterdam-Oost zich thuis. In café Ruk en Pluk aan de Linnaeusstraat komt jong en oud een biertje halen na het sporten of een verjaardag vieren met vrienden. Met de eigenaars Marijke Wijbrandts (71) en Janny de Bray (70) als vertrouwde gastvrouwen én liefdevolle uitsmijters. “Om drie uur moeten we dicht, een boete kost me veel te veel geld.”

Ruk en Pluk is een café zoals je ze nog maar weinig tegenkomt. Het hele jaar door rijk versierd met glitters en slingers, in december nog een beetje extra met Sinterklazen en Zwarte Pieten. Het is een sfeer waar grote groepen uit oost graag naartoe trekken. Het zijn niet meer de bouwvakkers die vanaf half vijf de krukken bezetten. De buurt is veranderd en

Hekel aan blauwe brieven

Het idee voor een eigen café ontstond 13 jaar geleden, toen Marijke haar vriendin Janny wilde helpen. Janny werkte al sinds 1986 bij Ruk en Pluk, totdat de laatste eigenaar in 2005 overleed. Ze bestierde de zaak een tijdje in haar eentje, wat haar veel te zwaar viel. “Op het laatst woog ik nog maar 55 kilo! Ik moest een goeie compagnon hebben, want alleen redde ik het niet,” vertelt Janny. “Toen heb ik haar opgebeld,” vult Marijke aan. “Ik was 58 jaar en ik werkte in een café op het Haarlemmerplein. Ik dacht dat ik daar wel weggebonjourd zou worden, dus we zijn samen gaan praten over een overname. Ik heb wel getwijfeld, want ik heb een hekel aan die blauwe brieven. Maar ik heb het gedaan omdat we vriendinnen zijn. Ik had wat eigen geld. Dat heb ik meegenomen in het gesprek met de erfgenamen. We maakten afspraken en er zijn handtekeningen gezet. Achteraf hoorde ik dat er een hoger bod was gedaan, maar toen hadden wij de zaak al rond. Nog altijd vieren we op 1 november de verjaardag van ons café. Vorige maand zijn we lekker uit eten gegaan met zijn tweeën!”

Vriendinnen en compagnons

Marijke en Janny kennen elkaar al van vroeger, toen ze allebei in de Indische buurt woonden. Hun werk in de horeca schiep een band en ze gingen graag samen met vakantie. Hoe gaat dat nu in het café? “Omdat we lief en leed samen hebben gedeeld, kunnen we overal over praten,” zegt Marijke. “We zijn wel eens boos op elkaar, maar dat is zo weer over. Zakelijk hebben we goede afspraken. Janny doet de boekhouding en de administratie, we gaan om beurten naar de bank en donderdag doen we met zijn tweeën boodschappen.”

Direct na de overname in 2005 namen de kersverse eigenaars barvrouw Christine aan en die werkt nog altijd bij Ruk en Pluk. Verder staat er nog een schoonmaakster op de loonlijst, en met dat clubje van vier weten de dames het al jaren te rooien. “Op dinsdag werken we met zijn tweeën, Janny werkt woensdag en vrijdag, Christine donderdag en zondag en ik dinsdag en zaterdag,” licht Marijke het werkrooster toe.

Rukkertje en plukkertje

Dertig jaar geleden gaven de toenmalige eigenaars Pierre en Hans het café zijn huidige naam. Een foto van de twee mannen prijkt nog altijd op de ‘dooienwand’, zoals Marijke de muur achterin het café noemt. Om hen heen een bonte verzameling foto’s van overleden gasten, waarover Janny fijntjes opmerkt: “De helft hangt er niet hoor!”

Achter de naam Ruk en Pluk gaat een opmerkelijk verhaal schuil, dat Marijke graag uit de doeken doet. “Pierre en Hans stonden vroeger op de camping in Voorthuizen. Daar moesten ze sperziebonen oogsten van hun eigen sperziebonenplant. Pierre rukte de bonen van de plant en Hans plukte ze. De ene was een rukkertje, de andere een plukkertje. Haha! En zo is het gekomen.”

Het publiek van het café is door de jaren heen sterk veranderd, niet alleen door het overlijden van stamgasten, maar ook door de verandering van de buurt én van de eigenaars. “Ik kon geen kant op met de vaste gasten van het café,” herinnert Marijke zich. “Ik vond het aso’s. Ze floten naar me als ze iets wilden bestellen. Dan zei iemand: ‘Ik heb je geroepen!’ En dan zei ik: ‘Ik dacht dat je je hond bij je had!’ Als je me wil commanderen, ben bij mij aan het verkeerde adres. Dat pik ik gewoon niet!”

Gaandeweg bleven de fluiters weg en kwamen er sporters voor in de plaats. Na de rugby-, tennis- of handbaltraining kwamen de groepen jongelui naar Ruk en Pluk voor de cooling down. Ook hele dames- en herenvoetbalteams vielen binnen voor een biertje. “Dat werkte aanstekelijk en toen het eenmaal liep, was er geen houden meer aan! Ze komen altijd, al regent het pijpenstelen. Dan geef ik die verzopen meiden en jongens een handdoek. Zo hoort het. Je hebt natuurlijk wel een dienstverlenend beroep,” vindt Marijke.

Het publiek is nu heel gemengd, met alle generaties door elkaar, van 25 tot 70 jaar. “Zaterdag had ik een vrouw binnen, die hier een kennis uit Groningen was tegengekomen. Of gasten spreken hier af voor een blind date. Of ze vieren hier hun verjaardag met vrienden. Tot een bepaald bedrag betaalt dan de jarige, daarna betaalt ieder voor zich. Op een drukke dag hebben we honderd man binnen, op een normale zaterdag meestal vijftig.”

Over het algemeen hebben ze een heel leuk publiek, vinden Marijke en Janny, maar ze pikken alles. Marijke moet er wel om lachen. “Alles nemen ze mee. Een sneeuwbol, een foto van Hazes, zelfs de tafelkleedjes! Maar daar hebben we nu wat op gevonden. Als er tegenwoordig een oma doodgaat, krijg ik de kleedjes!”

Meegroeien

Janny heeft al een veel langere geschiedenis in het café en herinnert zich nog de bouwvakkers die vroeger om half vijf het bitteruur inluidden. “Die kwamen na hun werk nog wat drinken en bleven tot een uur of zeven. Alleenstaande mannen die komen voor een borrel, dat mis je nu wel. Het hele bitteruur is verdwenen.”

Sommige cafés vullen de leegte op door eten aan te bieden. Zo niet Ruk en Pluk. Chips, pinda’s en bitterballen geven ze gratis weg. Wil je een maaltijd eten, dan mag je die zelf meenemen. Marijke: “Eten aanbieden vind ik veel te veel gedoe. Af en toe worden er pizza’s aangerukt. Dat vind ik best, als ze er een drankje bij bestellen en zelf de dozen opruimen.”

Maar de meeste gasten komen ná etenstijd, vanaf acht, negen, tien uur. “Er wonen tegenwoordig veel studenten in oost. Die trekken vaak van het ene café naar het andere, net als wij vroeger. Zo komen ze ook hier terecht,” zegt Janny. De spelletjes die opgestapeld achter de bar liggen worden nauwelijks meer gespeeld, gasten spelen nu tegen elkaar op hun telefoons. Janny: “Zo groeien wij nu met dat jonge spul mee. We praten echt niet alleen over vroeger!”

Een website heeft het café niet, wel een Facebookpagina, bijgehouden door de gasten. Een pinapparaat zal er nooit komen, als het aan de barvrouwen ligt, want pinnen vinden ze te lang duren. En gasten missen het niet. Marijke: “Iedereen moet meteen afrekenen. Een enkele keer maakt een klant het bedrag met zijn telefoon naar mij over. Dan stop ik het contant in de kassa.”

Sluitingstijd

Wat ook is veranderd, is de vaste sluitingstijd van één uur door de week en drie uur in het weekend.  “Vroeger kwamen ze om kwart voor een nog binnen en dan bleven ze tot half vijf hangen. Als je dat nu toestaat, krijg je meteen straf. We hebben het al een keer gehad. Toen dachten we dat we op Hemelvaartsdag tot drie uur open konden blijven, maar dat was niet zo. Meteen een bekeuring en een tijdje verplicht eerder dicht. En als je nog een keer de fout in gaat nog eerder. Dat kost een hoop geld, zeker op vrijdag en zaterdag! We houden ons er maar aan want je kan geen kant meer op.”

Soms komt er een verzoek om een besloten feestje, maar daar zijn de dames onverbiddelijk in. “We werden gebeld door PowNews, die wilden hier nieuwjaarsreceptie geven,” vertelt Marijke. “Maar het moest wel besloten, want er zouden veel bekende Nederlanders komen. Nou, dat moet je tegen mij niet zeggen! Ik heb gezegd: ‘De klanten waar ik het hele jaar van eet, die komen niet voor een dichte deur te staan. Ik denk dat u een andere locatie moet zoeken!’ Bekende Nederlanders! Die komen hier wel vaker hoor, maar het maakt mij niet uit wie het is. Ik behandel iedereen hetzelfde.”

Altijd horeca

Janny en Marijke zijn allebei echte horecadieren. “Ik heb ook wel eens met bloemen op de markt gestaan, maar de horeca blijft altijd trekken. Dat vind ik het leukst,” vertelt Marijke. Hun AOW is allang ingegaan, maar het tweetal denkt nog niet aan stoppen. “We hebben het helemaal niet slecht. Het mag nog wel even zo doorgaan. Als een café tegenwoordig wordt overgenomen, dan wordt het meteen radicaal verbouwd. Dat werkt niet hier. We hebben hier zoveel herinneringen. Ik hoop dat we die nog lang levend kunnen houden. We zijn het iets rustiger aan gaan doen door op maandag dicht te gaan. Maar we vinden het nog veel te leuk om te stoppen.”

Feiten en cijfers                                                               

Oppervlakte binnen: 72 m2
Maximaal aantal gasten: 100 (inclusief staanplaatsen)
Aantal personeelsleden: 2
Open: zo en di t/m do 15.00-1.00 uur, vr en za 15.00-3.00 uur   
Prijs fluitje: €2,25
Prijs frisdrank: €2,50
Prijs sapje: €3,00

Even privé

Marijke Wijbrandts
Leeftijd: 71
Relatie: Vrijgezel
Favoriete drank: Koffie
Favoriet eten: Zuurkool met spek
Muziek: André Hazes    
Tv: National Geografic                                 
Vakantiebestemming: ergens waar het rustig is

Overig nieuws