‘Tja, je moet toch wat.’ Dat dacht Peter Liesveld, eigenaar van café De Nieuwe Stek in Amsterdam, in ieder geval. Nu de cafés voor de tweede keer langere tijd gesloten zijn vanwege de coronamaatregelen, bedacht hij iets om de zaak toch draaiende te houden en om enigszins uit de kosten te komen. Zijn café is voorlopig een kringloopwinkel.
In de decemberuitgave van De CaféKrant, die grotendeels in het teken staat van digitaal ondernemen, is Peter een schoolvoorbeeld van een ‘analoge ondernemer’ - zoals zoveel caféondernemers dat zijn - die de kracht van social media heeft benut om zijn zaak de nodige aandacht te geven. “Via Facebook deelden we dat we de komende tijd geopend zouden zijn als kringloopwinkel en de reacties stroomden binnen. Niet alleen van vaste gasten die spulletjes kwamen brengen en inkopen kwamen doen, maar ook van lokale en nationale media. Zelfs de NOS pikte het op. Het bericht werd massaal gedeeld en geliked”, lacht Peter.
De winkel in tweedehands spulletjes loopt goed, maar de omzet weegt niet op tegen het verlies van inkomsten. “Het dekt de kosten en het loopt al vanaf de eerste dag behoorlijk goed, de aanloop was er direct. Niet alleen via social media hebben we laten weten dat we zouden openen als tweedehandswinkel, maar we plaatsten buiten ook al een week voor opening een mooi bord. Omdat we aan de Dappermarkt zitten, hebben veel voorbijgangers dat gezien. Wat dat betreft is onze locatie heel goed geschikt om zoiets te doen en het leuke van de tijdelijke winkel is dat je het team bij elkaar houdt. Sterker nog, normaal werkten we in het café langs elkaar heen omdat we verschillende diensten draaiden. Nu zien we elkaar veel vaker en dat is ook wel een keertje leuk. We zijn eigenlijk de hele dag in de weer met prijsjes bepalen, inruimen, uitruimen, spullen ophalen, klanten helpen en ga zo maar door. We zien veel vaste gasten van het café die even meehelpen tussendoor en koffie komen drinken; op die manier houd je de sociale functie die we hadden als café mooi in stand. Bovendien zie ik nu heel veel nieuwe gezichten, en dat zijn mensen die straks misschien ook het café gaan opzoeken als we weer open mogen. Waar onze spulletjes vandaan komen? Veel spullen komen van vaste gasten, maar we krijgen ook veel van familie en buurtbewoners. Omdat Koningsdag dit jaar ook niet door kon gaan, hebben we ook veel spullen gekregen van iemand die jaarlijks alles opspaart voor de vrijmarkt. Als straks alle zolders opgeruimd zijn, dan zullen we wel op zoek moeten gaan naar andere bronnen, maar dat zien we dan wel weer.”
Café weer open? Dat kan nog wel even duren
Het is nog steeds onduidelijk wanneer de cafés weer mogen openen en op welke manier. Peter heeft daar wel zo zijn ideeën bij: “Het is vervelend dat er nu gesproken wordt over half januari op zijn vroegst, maar eigenlijk zagen we dat met zijn allen al wel aankomen. En als je logisch nadenkt, dan heb je medio februari ook weer carnaval, dus ik vermoed dat het kabinet het over die datum heen zal tillen. Maart lijkt me logischer, dus we moeten het met zijn allen nog een paar maanden uitzingen. Carnaval is volgens velen toch de startmotor geweest voor de eerste grote uitbraak van corona in Nederland, dus die fout zullen ze geen tweede keer maken.” Nu we in een tweede lockdown zitten, ziet Peter verschillen met de eerste lockdown, vooral onder horecaondernemers. “Tijdens die eerste lockdown dachten we: ‘het is lekker weer, pluk de dag’, terwijl nu het bewustzijn leeft dat we toch echt iets moeten doen om bezig te blijven en om te proberen wat inkomsten te genereren. Dat houdt in dat je op alle mogelijke manieren contact onderhoudt met je gasten en met potentieel nieuwe gasten. Dat kan op veel manieren. Wij doen dat met de tweedehandswinkel, maar je kunt ook digitaal meer zichtbaar zijn of laten afhalen of bezorgen. Voor ons, puur als café, is dat wat lastig, want er zijn partijen die op het vlak van bezorgen veel beter zijn dan wij en er al veel langer mee bezig zijn. Daar moet je eerlijk in zijn. Dat is waar veel caféondernemers tegenaan lopen; een manier om online iets te verkopen is er niet, omdat we niet de kennis en de juiste producten hebben, waardoor we als branche zwaar worden getroffen door deze coronacrisis.” En al probeer je het met een kraampje buiten, met koffie of iets dergelijks, dan zet dat volgens de ondernemer ook geen zoden aan de dijk. “We hebben ook coffee to go aangeboden toen we nog niet open waren als kringloopwinkel, maar als je aan het einde van de dag je centjes telt en maar twintig euro hebt verdiend, dan weet je na een paar dagen al dat je beter gesloten had kunnen blijven. Nee, dat schiet niet op, het werkt zelfs demotiverend. Met de winkel erbij is het wel leuk, je hebt wat te doen en het leidt tenminste ergens toe.”
Amsterdam is leeg
Afgezien van de sluiting van cafés is ook de algehele situatie in Amsterdam anders dan anders. Toeristen zijn er op één hand te tellen. Peter: “Tijdens de eerste lockdown zagen we het al heel sterk, want het reizen naar Amsterdam werd sterk afgeraden, net als nu. Men moet gewoon minder reisbewegingen maken en dat gebeurt ook. In de praktijk zien we dat we meer aanloop hebben van buurtbewoners; zij vullen het gat van dagjesmensen en toeristen voor een deel op. Ik denk dat het komt omdat ook zij minder reizen en veel thuiswerken, waardoor de eigen buurt aantrekkelijker wordt. Vorige week liep ik nog een keertje door het centrum en het is ongelofelijk wat je daar ziet… Op de Dam stonden maar vijf mensen, terwijl het er normaal vol staat met toeristen. Wat dat betreft ben ik blij dat we aan de Dappermarkt zitten, waar veel Amsterdammers hun boodschapjes komen doen.” Peter ziet nog wel een verschil tussen de eerste en tweede lockdown: “Tijdens deze tweede lockdown houden de mensen zich echt veel minder goed aan de regels, waardoor het aantal besmettingen niet goed daalt. Iedereen die dat kan zou thuis moeten werken, maar dat gebeurt niet. Je ziet dat op het werk, na de thuissituatie, de meeste besmettingen worden opgelopen, dus dat is wrang voor de horeca. De mensen zoeken uiteindelijk toch genegenheid, is het nu thuis, op het werk of in de horeca… En dan is het voor het kabinet het eenvoudigste om de horeca te sluiten, want dat is een vergunde sector. Als het wettelijk gezien kon, dan hadden ze alle niet-noodzakelijke kantoren al lang gesloten.”
Terwijl er continu mensen binnen komen druppelen in de tijdelijke winkel van Peter - soms heel gericht op zoek naar een plumeau, zoals een oud dametje dat zojuist binnenkwam, of een staafmixer voor de Surinaamse mevrouw die op dit moment binnen is – is het niet genoeg om echt winstgevend te zijn, vertelt Peter. “Het is best druk en we verkopen echt heel veel, maar het weegt niet op tegen de veel ruimere openingstijden die we als café hadden. Normaal gingen we om zeven uur ’s ochtends al open voor de marktkooplui die aan het opbouwen waren en sloten we soms pas om drie uur in de nacht. Nu zijn we als winkel van tien tot een uur of vier, vijf in de middag open. Eerder openen heeft geen zin, want dan staat de markt er nog niet en later openblijven heeft ook geen zin als je geen horeca mag bedrijven. Eén ding is dus zeker: zodra we weer als café open mogen, rammen we alle tweedehands spullen eruit en gaan we gelijk weer open als café. Een winkeltje runnen is best leuk, maar dit houd ik niet nog een jaar vol. Niet alleen vanwege de financiën, maar ook omdat ik gewoon een caféondernemer ben in hart en nieren. Je moet weten dat ik in 1999 al een horecazaak had, waarna ik dertien jaar lang een café heb gehad hier om de hoek. Sinds tweeëneenhalf jaar zitten we hier aan de Dappermarkt. Wij hebben gelukkig nog iets te doen en kunnen een beetje ondernemen, maar je zal maar een club hebben, die zaken gaan het echt niet redden. Dat is triest, want tegenop deze langdurige sluiting kun je niet ondernemen. Steun is noodzakelijk en ook niet zo gek, want als je eerlijk bent, dan weet de Belastingdienst je ook te vinden als het wél goed gaat.”
De gemeente is heel redelijk
Een winkel beginnen in je café. Mag dat eigenlijk zomaar? “Wij hebben totaal geen problemen met de gemeente, nooit gehad ook”, vertelt de café-eigenaar. “Op zich is dit al een winkelpand. Ik heb de Kamer van Koophandel gebeld en een extra code aangevraagd, waardoor ik als winkel mag werken. In mijn geval dus geen probleem, maar ik weet dat andere cafés wel tegenaan liepen dat iets niet mocht en vaak kwam dat door de pandeigenaren. In ons geval gingen ze akkoord.” De gemeente is ook vrij flexibel met betrekking tot het terras, vertelt Peter: “Dat is het voordeel van de Dappermarkt; je mag met de biertafels de markt op. Dat mag niet op iedere markt. Afgelopen zomer hebben we er veel profijt van gehad en hopelijk mag het de volgende zomer weer. Toen ik een aanvraag deed voor een groter terras afgelopen zomer, verwachtte ik een rekening te krijgen van de gemeente, maar het kostte me niets extra. Ik heb ze met alles meegehad eigenlijk; ook zij snappen dat het voor de horeca heel lastig is geweest. Het enige probleem dat we hier echt hebben, is de verhoging van het parkeertarief. Daar hebben we dan ook actie tegen gevoerd. Zeker nu niemand nog met de trein wil reizen is het lastig voor mensen van veraf om de Dappermarkt te bereiken. Achttien euro parkeergeld voor drie uurtjes winkelen is stervensduur natuurlijk. Voor de horeca is het een rottijd, maar vergeet ook de winkeliers niet. Zij mogen hun winkels openen, maar tegelijkertijd roept een minister de bevolking op om vooral niet te gaan shoppen. Dat is ook lullig, want omdat je open mag zijn heb je ook geen recht op extra vergoedingen. Nee, zij hebben het ook heel zwaar… Kijk maar naar de markt, daar loopt heel wat minder volk dan normaal en in het centrum is het echt heel triest.”
De overheidssteun laat te wensen over
Ook Peter heeft de NOW-regeling aangevraagd, maar is daar niet heel tevreden mee. “Het is een drama”, verzucht de Amsterdammer. “Ik kon afgelopen week eindelijk de definitieve berekening van de eerste NOW invullen. Dat deed ik, waarna ik een automatisch berichtje kreeg: ‘je krijgt over 52 weken bericht van ons’, stond er. Ongelofelijk, we hebben het geld nu nodig natuurlijk. Als je hoort dat minstens 55 procent van de horeca in Amsterdam nu al technisch failliet is, dan is het moeilijk te verteren dat we aan het lijntje worden gehouden. En in de praktijk krijg je effectief maar zo’n 60 procent van de loonkosten terug. Wat gebeurt er dus? Je teert enorm in, terwijl het personeel wel behouden blijft. Op die manier draaien de ondernemers dus op voor de verplichte sluiting en niet de overheid, maar ik kan straks wel vijf jaar langer doorwerken voordat ik met pensioen kan; dat heb ik voor mijzelf al wel uitgerekend. Het is een harde klap voor de horeca, want je bouwt niks op en krijgt weinig vergoed. De klap is dus eigenlijk dubbel zo groot. Maar ja, ik snap ook wel dat je niet de hele maatschappij overeind kunt houden met belastinggeld, want ook die pot is een keer leeg.” En dan blijken er nog meer instanties niet mee te denken met de horecaondernemers… “Geloof het of niet, maar ik vroeg een huurverlaging aan en kreeg in plaats van een verlaging een huurverhoging! Het is eigenlijk niet om te lachen, maar het gebeurt wel. Natuurlijk hebben zij als verhuurders ook kosten, maar een beetje meedenken zou fijn zijn.” Gelukkig is de café-eigenaar wel vrij van verplichtingen tegenover een brouwerij. “Ik wilde er nooit aan en heb daarom geen verplichtingen op dat vlak. Dat houdt wel in dat ik ook niet bij ze kan aankloppen voor steun, maar dat geeft niet. Ja, ik heb wel af en toe een vertegenwoordiger van een brouwer in mijn zaak, maar ik ga nooit op hun aanbod in. Als ik ze vertel dat ik wel zo’n parasol van ze wil hebben, maar niet vast wil zitten aan een contract, dan houdt het al gauw op, wat ik ook wel snap. Een samenwerking is voor beide partijen dan niet interessant.” Even terug naar het digitale aspect van het ondernemen. Gaat de boekhouding digitaal? “Nee”, lacht Peter, “ik ben zo’n type dat iedere keer nog met dozen vol bonnetjes naar de boekhouder gaat. Dat ben ik nu eenmaal zo gewend, misschien omdat ik al zo lang in het vak zit.” En als we zien met hoeveel plezier en overtuiging Peter - ondanks de lastige situatie - met zijn zaak bezig is, zal hij nog heel lang in het vak blijven.