In de horeca zijn fooien een gebruikelijk fenomeen. Stond er voorheen een fooienpot zichtbaar op een centrale plek, bijvoorbeeld receptie of bar, tegenwoordig worden fooien vaak via de bankpas/creditcard gedaan.
De geschiedenis van fooien gaat ver terug. Niettemin is de term 'fooi' in de wet niet terug te vinden en evenmin is de gang van zaken omtrent fooien in de praktijk glashelder, nu er frequent over geprocedeerd wordt.
Op Sint-Maarten speelde vorig jaar een kwestie over de vraag of 'service charge' onderdeel uitmaakte van loon. De werknemer, in dienst als Outlet Supervisor bij een hotel, ontving maandelijks een bedrag aan service charge dat overeenkwam van ongeveer 1/3 maandsalaris. De service charge werd uitbetaald door de werkgever en op het bedrag werd loonbelasting en premieheffing ingehouden. Toen de medewerker ziek werd, ontstond discussie of de service charge nu wel of niet moest worden doorbetaald. In deze kwestie werd geoordeeld dat de service charge onderdeel was van loon in het kader van ziekte, (onder andere) nu de werkgever daarover werkgeverslasten betaalde.
De belastingdienst heeft regels opgesteld hoe om te gaan met fooien. Fiscaal gezien is een fooi 'loon van derden'. Uitgangspunt is dat de werkgever daarover geen voorheffing in de zin van de loonbelasting hoeft in te houden. Dit is enkel anders wanneer bij het overeengekomen loon al rekening wordt gehouden met de ontvangst van fooien. Een medewerker die fooi ontvangt, is daarover wel inkomstenbelasting verschuldigd, fooien moeten dus bij de belastingaangifte als inkomen worden opgegeven.
In Nederland speelt veelal de vraag hoe hoog de fooi is waarop een werknemer nog aanspraak kan maken, zeker wanneer het dienstverband eindigt en de relatie tussen partijen onder druk is komen te staan.
Fooien komen toe aan het personeel. Het personeel mag de verdeling onderling regelen. De werkgever deelt dus niet mee, tenzij de werkgever zelf echt op de werkvloer meewerkt. Wel heeft de werkgever de verplichting inzage te geven in de ontvangen fooien, (ook) die per bank zijn ontvangen. Bij een uitdiensttreding van een werknemer zal dus vastgesteld moeten worden welk deel van de (bancaire) fooienpot die betreffende medewerker nog toekomt.
Hoezeer een werkgever over het algemeen een fooi van harte zal gunnen aan zijn medewerkers, de werkgever zelf heeft er wel de nodige rompslomp aan.
Work Legal is gespecialiseerd in collectief en individueel arbeidsrecht en adviseert o.a. hoteliers.
Top10-2019