Soms heb je van die momenten, waarbij je voor het eerst iemand aankijkt en meteen een klik ervaart. Geen idee waarin dat zit. Een open gezicht of een sprankeling in de ogen? Hoe dan ook begint het contact in zo’n geval aan beide kanten met een charmante glimlach, waarbij de ogen nog net even meer sprankelen dan het moment ervoor.
In een drukke, redelijk hippe zaak worden twee vrienden ontvangen door het personeel. Ze hebben een tafel gereserveerd en dat is maar goed ook, want ondanks dat het een doordeweekse dag is zijn er nog maar enkele tafeltjes vrij. Eén van de vrienden is een bierfluencer. Op Instagram plaatst hij foto’s van elk bier dat ie tegenkomt. Zijn gouden regel: het moet er gelikt uitzien. Eenmaal aan tafel worden de mannen welkom geheten door de serveerster. Na de vraag wat de heren willen drinken kijkt ze de bierfluencer aan en valt het even stil… Een sprankeling weerkaatst in beider ogen, de tijd lijkt heel even stil te staan… De iets verlegen glimlach volgt en de bierfluencer vraagt lichtelijk van zijn stuk: “Een fluitje, alsjeblieft!”.
De service is rap en binnen enkele minuten staan er twee fluitjes bier op tafel. Keurig geserveerd met de logo’s naar de gast toe, maar dat ten spijt, want de schuimkraag stopt al een halve centimeter onder de glasrand. Alles behalve een gelikt uitzicht, hier kan de bierfluencer zijn volgers niet mee lastigvallen. Jammer, misschien dan maar een foto maken van het volgende glas en bij het bestellen uitleggen dat ie graag een gave foto van het vers getapte bier wilt maken. Hij neemt een slok en er valt hem meteen iets op: de sprankeling is weg.
Bier heeft van nature een prettige prikkeling; koolzuur. Het geeft een verkwikkend, sprankelend mondgevoel en maakt de meeste bieren uitnodigend naar de volgende slok. De meeste bieren inderdaad, want het koolzuurgehalte in verschillende bieren kan wel eens verschillen. In een zware stout zit doorgaans minder koolzuur dan in een frisse, lichte I.P.A. Bieren -ook in een fust- hebben koolzuur van zichzelf, maar toch wordt er op de tapinstallatie nog extra koolzuur aangesloten. Dat komt omdat koolzuur wordt opgenomen door vloeistof als het tegendruk krijgt, maar vervliegt als het geen -of te weinig- tegendruk krijgt. Om het bier uit het fust te krijgen is er bovendien een drijfgas nodig.
Het afstellen van de koolzuurdruk op een tapinstallatie heeft dus invloed op het bier. Indien er een grotere koolzuurdruk als drijfgas gebruikt wordt dan dat er origineel in het bier zit (het moederkoolzuur) zal het bier meer koolzuur opnemen. Als er minder koolzuurdruk ingesteld wordt verdwijnt de sprankeling langzaamaan uit het bier. Net als bij teveel koolzuurdruk veranderd de smaak van het bier, het mondgevoel en het zicht. Want ook het schuim op het bier gaat zich anders gedragen. Ideaal is dus om het koolzuurdrijfgas op exact hetzelfde niveau in te stellen als het moederkoolzuur. Dat is nog niet makkelijk, want koolzuur laat zich sterk beïnvloeden door temperatuur. Net als andere sprankelingen trouwens. Als het fluitje voor de bierfluencer op de goede druk was getapt had ie het ook na de eerste blikwisseling met de serveerster warm gehad…
Richard is de vaste columnist van De Cafékrant, Internationaal biersommelier en eigenaar van De BierBasiliek en bereikbaar via richard@debierbasiliek.nl. Iedere maand publiceert Richard een inspirerende column. Lees ze hier.
Blijf je graag op de hoogte?
Eén keer per week het actuele en relevante cafénieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.