Jeroen Speksnijder van "Spoor 38":http://www.spoor38.nl/, aanbieder van industriële meubels en lampen, bevindt zich dagelijks tussen 1.500 vierkante meter aan
industriële spullen. Hij reist de hele wereld af, op zoek naar unieke stukken om te verkopen aan horecaondernemers. In dit exclusieve interview vertelt hij je alles over wat hij doet, verkoopt en jou te bieden heeft.
*Rode draad*
De passie voor industriële vintage exemplaren zat er al van jongs af aan in bij Jeroen Speksnijder. ÂAls klein jongetje ging ik al het grofvuil af en kocht ik oude deurklinken op. Oude spullen zijn eigenlijk altijd de rode draad in mij leven geweest. In 2009 besloot hij zijn hart te volgen en er  op advies van zijn vrouw  echt voor te gaan. Zo ontstond Spoor 38: eerst een woonwinkel in Soest, nu een grote loods van 1.500 vierkante meter in Amersfoort die van top tot teen gevuld is met industriële stukken.
*Onderscheid maken*
Spoor 38 heeft een heel breed assortiment aan allerlei rariteiten, maar ook functionele spullen zoals lichtletters, tafels en krukken. Speksnijder: ÂHet liefst koop ik alles op in kleine partijen, zodat ik allemaal speciale modellen heb. Ondernemers kunnen hiermee onderscheid maken ten opzichte van hun collegaÂs. Hij geeft aan dat de industriële look steeds populairder wordt: ÂEr komen vaak horecaondernemers naar de loods voor krukken en vervolgens lopen ze de deur uit met tien andere stukken, of andersomÂ, zegt hij.
*Lef*
Om je als horecaondernemer te onderscheiden met industriële stukken, moet je volgens Speksnijder vooral gaan voor iets unieks dat 'one of a kind' is. Hiermee maak je indruk op je gasten én op collegaÂs. ÂEen ondernemer heeft bijvoorbeeld een bulldozer-automaat, die je vaak op de kermis tegenkomt, in zijn zaak staan. Daar is wel een stukje lef voor nodig.Â
*Weggooi-maatschappij*
Jeroen Speksnijder reist door heel Europa en verder om industriële stukken te scoren. In Nederland blijkt dat nog een lastige klus: ÂWe leven hier in een weggooi-maatschappij, waardoor er bijna niets écht industrieels te vinden is. Het leukste aan industriële spullen is juist dat ze hergebruikt worden. Ik moet dus naar het buitenland.Â
*Krukken uit Amerika*
Zo ging de ondernemer vorig jaar naar Amerika, waar hij een fabriekskruk van zeventig jaar oud vond. Wat bleek? Die krukken werden nog steeds gemaakt! Speksnijder benaderde de fabriek, wat leidde tot een exclusief dealerschap voor Europa. ÂDe krukken waren echt de vondst van het jaar! We hebben verschillende modellen en kleuren en kunnen de krukken ook een doorleefde look geven. Ik heb er een haf jaar aan gewerkt om de nieuwe krukken net zo te krijgen als die ene originele kruk van zeventig jaar oud. En dat is gelukt; ik krijg er veel complimenten over!Â
*Onderbuikgevoel*
Het leukste aan zijn werk vindt Jeroen Speksnijder de markten aflopen en bijzondere vondsten scoren. ÂIk koop stukken uit onderbuikgevoel, dus alles wat ik opkoop vind ik zelf mooi. De bijzondere, unieke stukken geven me het meeste voldoening. Hij is dan ook nog lang niet van plan om te stoppen. ÂIk wil vooral zo doorgaan! Ik zal altijd op zoek blijven naar speciale dingen.Â
In de septemberuitgave van De CaféKrant en De RestaurantKrant krijg je de mogelijkheid om twee unieke barkrukken te winnen. Hoe? Los de kruiswoordpuzzel op en stuur de juiste oplossing naar de redactie. Alvast veel puzzelplezier toegewenst!
~Mirte Bouman~
Wees uniek met een industriële inrichting!
28 augustus 2015