Vandaag diende het kort geding dat Koninklijke Horeca Nederland (KHN) tegen de staat heeft aangespannen voor de uitbetaling van de TVL. De belangrijkste eis die KHN heeft neergelegd, is dat de Staat wordt geboden om de verhoogde subsidie bij wijze van voorschot zo spoedig mogelijk te betalen. De rechter doet op 19 maart 2021 uitspraak.
KHN spande een kort geding aan naar aanleiding van een bericht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan horecaondernemers. In dit bericht meldde de RVO dat het verhoogde subsidiepercentage van TVL over het vierde kwartaal van 2020 niet zoals verwacht eind februari zou worden betaald, maar ‘binnen 16 weken' na ontvangst van het vaststellingsformulier, omdat hiervoor ‘ingrijpende systeemwijzigingen’ nodig zouden zijn.
Dit uitstel treft vooral ondernemers in de horeca die als gevolg van de gedwongen sluiting hun omzet in het vierde kwartaal tot 0 gereduceerd hebben gezien. Juist zij zijn afhankelijk van de verhoging van het subsidiepercentage van 50% naar 70% van de omzet en komen door het uitblijven van de subsidie in betalingsproblemen. Ondernemers hebben in het vertrouwen op de verwachtingen die de Staat heeft gewekt, betalingsafspraken gemaakt met hun crediteuren. Die kunnen zij nu niet nakomen. Hierdoor komt de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar, stelt KHN.
De Staat: "uiterst zorgvuldig gehandeld"
De Staat stelde vandaag "uiterst zorgvuldig te hebben gehandeld". De Staat betwistte dat de horecaondernemers een spoedeisend belang hebben. Volgens de Staat kunnen aanvragers sneller over meer subsidiegelden beschikken.
De argumenten van de Staat overtuigen KHN niet. In een brief aan de Tweede Kamer van 21 januari 2021 hebben alle betrokken ministers de noodzaak van uitbreiding van het steun- en herstelpakket onderschreven. De uitgestelde voorschotten maken juist deel uit van die uitbreiding. De Staat stelde vandaag dat het niet sneller kán, omdat de RVO overbelast is en haar systemen nog gewijzigd moesten worden.
Liquiditeit is hard nodig
KHN-voorzitter Robèr Willemsen: “Het is onbegrijpelijk dat de uitbetaling van de TVL zonder blikken of blozen tot 16 weken wordt uitgesteld. Zeker gezien het feit dat minister Van ‘t Wout zich volkomen bewust is van het belang van de subsidieregeling, juist omdat horecaondernemers interen op reeds geslonken buffers. Het is dan ook van cruciaal belang dat de rechter de Staat veroordeelt om de verhoogde subsidie zo spoedig mogelijk te betalen; horecaondernemers hebben die liquiditeit hard nodig.”