De 27-jarige Patrick van Dijk werd acht jaar geleden eigenaar van café Marktzicht in Best. Maar ook eigenaar van een langlopend contract met de toenmalige brouwer. “Tot mijn grote verdriet. Ik vind dat een startende ondernemer niet met zo’n zware erfenis opgezadeld zou moeten worden. Ik voelde me met handen en voeten gebonden. Ik kon geen kant op.” Na jaren vechten is hij nu brouwerij-vrij en ook bijna eigenaar van het pand. “Nu begint mijn horecacarrière pas echt!”
Café Marktzicht in Best. Een troosteloos plein. Het regent, hagelt en het is al een beetje donker. Pas twee uur ’s middags op deze Brabantse dinsdagmiddag. De mensen rennen van de Albert Heijn het Kruidvat binnen. Onder een natte paraplu kijkt een voorbijganger het café binnen. Het is gesloten. Posters op de raam kondigen festivals, feesten en optredens aan. Maar niet op deze middag. Eigenaar Patrick van Dijk: “Overdag is het café dicht. Behalve in het weekeinde. Ja, anders is het niet rendabel. Ik ben maar alleen. Natuurlijk met oproepkrachten voor de drukke avonden. Het is in de horeca altijd zoeken naar de juiste balans tussen openingstijden en rendement. En daarnaast natuurlijk het schipperen tussen werk en privé. Zeker als je eigenaar bent en een gezin hebt. Nu kan ik de kinderen naar school brengen en overdag ook bij de baby zijn.”
Patrick van Dijk is al ruim twintig jaar actief in de horeca. “Ik begon als twaalfjarige in een sportkantine. Daarna werd ik via allerlei omwegen assistent bedrijfsleider bij het Carlton in Mierlo. Mijn ouders waren op latere leeftijd een café/snookercentrum begonnen in een buitenwijk van Best. Matchroom heette die kroeg. De meeste tijd kijkt het pand uit op een parkeerplaats, maar toch... Mijn ouders gingen na 37 jaar huwelijk uit elkaar en toen lag de zaak dus ook aan diggelen. Samen ging het niet meer, dus ze moesten ook het café kwijt. Ik zag mijn kans! Iedereen verklaarde me voor gek. Mijn boekhouder heeft me gesmeekt om dit plan uit mijn hoofd te zetten. Maar ja, ik zag een mogelijkheid om de dingen nu eens op mijn manier te doen. Ik had al de nodige irritatie over de horeca. Je werkt al jaren de broek van je lijf voor iemand anders. Ik voelde me wel eens leeggezogen. Je werkt hard, op onhandige tijden voor een baas die er ook niets van snapt. Bedrijfsvoering die in mijn ogen heel anders zou kunnen. Dus ja, toen werd ik eigenaar van Marktzicht in Best. Toen kreeg ik de kans mijn eigen fouten te maken. Als eerste gingen alle elf snookertafels eruit. De sfeer en uitstraling van een snookercentrum was niet helemaal mijn ding. Maar dan ben je dus wel direct de formule kwijt. Een enorme zaal, niets erin, twee bars en geen publiek. Ik ben toen na gaan denken over mijn eigen interesse en vaardigheden. Een aangeklede, gezellige zaal voor feesten en partijen, dat leek me wel wat. Bourgondisch, warm en direct te betrekken. Geen kale ruimte die je zelf helemaal moest inrichten. Dus daar ben ik maar eens begonnen. De bar heb ik helemaal zelf gebouwd op een nieuwe plek. Daar is geen aannemer aan te pas gekomen. De twee ruimtes, de zaal achter en het café voor, zijn samengetrokken. Dat scheelt een hele hoop. Eén kassa, één stereo-installatie, één koffie-automaat en één tappunt. Voorheen was alles dus dubbel. Economisch dus een goede beslissing. De zaal en het café zijn nu door één persoon te bedienen.”
Geen moeite gedaan
Patrick van Dijk begon zijn eigen horeca-avontuur op zijn 27ste. “Jong, maar wel erg gedreven. Toen ik startte, heb ik direct alle leveranciers gedag gezegd. Behalve Bavaria, de brouwerij. Helaas zat ik daar nog een tijd aan vast. De bierbrouwer was ook de eigenaar van het pand. Mijn ouders hadden de contacten en contracten met deze brouwer. Als ik in dit pand wilde blijven, moest ik met hen en vooral op hun voorwaarden verder. Als startende ondernemer heb je dan een lastige positie. Zij kunnen het zich veroorloven passief te zijn. De contracten liggen toch al vast voor een aantal jaren. Zij hoeven dus geen moeite te doen om je blij te maken. En eerlijk gezegd hebben ze dat ook niet gedaan. Ik huurde het pand van de brouwer en had een drankafnameverplichting. Ik had dus het gevoel met handen en voeten gebonden te zijn aan Bavaria. En dat is een onprettige emotie als starter. Je wilt vrij zijn om je eigen koers te varen. Je hebt dus te maken met een erfenis van de vorige eigenaar. Dit zou, mijns inziens, helemaal niet mogen. Ik vind het gewoon schandalig. Nog acht jaar heb ik geploeterd en gevochten, tot aan de rechter aan toe, om mijn gelijk te halen. Echt slapeloze nachten. Intimidatie, bluf, pesterijen en gemene spelletjes zijn er gespeeld om mij dwars te zitten. Je moet een lange adem hebben om het tegen een brouwer op te nemen. Uiteindelijk heb ik gekregen wat ik wilde, maar dat heeft veel voeten in de aarde gehad. Je moet sterk in je schoenen staan want het blijft een David tegen Goliath-gevecht. Maar ik heb alles in deze zaak gestoken. Al mijn geld, mijn energie en mijn toekomst. Dat laat ik me door niemand afpakken. Uiteindelijk ben ik, na acht jaar, brouwerij-vrij. Hoera! Ik heb nu een zeer prettige, losse overeenkomst met Inbev (Dommelsch). Toen ik de eerste keer met hen om de tafel zat, wilde ik alleen maar praten in het gezelschap van mijn advocaat. Zo sceptisch was ik inmiddels geworden. Maar ik kon me helemaal vinden in dit contract. Op ieder moment kunnen we weer van elkaar af. Dat is een heerlijk gevoel. Je moet als ondernemer natuurlijk niet in je vrijheid beknot worden door een leverancier. Het moet een win-win-situatie zijn en geen afhankelijkheidrelatie. Ik verkoop ongeveer 220 hectoliter per jaar. Nu krijg ik een keer per jaar de kortingen uitgekeerd op basis van dit aantal liters. En dat is prettig. Ook ondersteunt deze brouwer mij bij allerlei festiviteiten die ik bedenk en uitvoer. Ik kan met alles bij ze terecht en ik heb echt het gevoel dat ik op alle vlakken ondersteund wordt. En dat er oprechte interesse is in mijn zakelijke welzijn. En dat heb ik in het verleden echt gemist.”
Niet gezellig winkelen
Bij zijn start als horecaondernemer liet Patrick van Dijk het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf een onderzoek doen naar de haalbaarheid van zijn plannen. “Zij zagen nog wel wat beren op de weg. Zij voorzagen een faillissement binnen vijf jaar. Ook omdat ik helemaal geen geld achter de hand had. Maar ik heb mijn kosten drastisch kunnen beperken door de inkoopkosten te verlagen. Met dank aan de nieuwe brouwerij! En daarnaast heb ik een deel van mijn café afgestaan aan de nieuwe eigenaar Ahold (Albert Heijn). Daardoor betaal ik substantieel minder huur. Zo heb ik het kunnen redden. Ik hou bijvoorbeeld ook de personeelskosten scherp in de hand. De meeste avonden sta ik alleen. Behalve bij grote feesten en festivals, dan huur ik oproepkrachten in. Af en toe springt mijn vrouw ook bij. Zonder haar had ik dit avontuur natuurlijk nooit kunnen aangaan. Ik heb echt van mijn hobby mijn werk gemaakt. Dus ga ik er ook helemaal voor. Ik ben doordeweeks overdag gesloten. Dat is economisch verstandiger. Dit is een plein voor de dagelijkse boodschappen. Supermarkt, slager, drogist, slijterij. Het is geen plek om gezellig te winkelen. Dat gebeurt in het centrum van Best. Die hebben dan ook acht kroegen. Ik ben hier op één na alleen. En ik heb weinig passanten. Iedereen die hier binnenstapt was ook hiernaartoe onderweg. Ik moet het hebben van bruiloften, feesten in de zaal. En natuurlijk van de festiviteiten door het jaar heen; zomerfestival, carnaval. Ook organiseer ik regelmatig optredens en allerlei muzikale bijeenkomsten. Iedere avond is de zaal bezet met een repeterende bigband, een fanfare, een allround coverband. Zij mogen gratis gebruik maken van de ruimte als zij een keer per jaar voor niets optreden. Op zondagavond is er een dansschool actief. Op vrijdag en zaterdag zijn er feesten en partijen. Natuurlijk is het voorste gedeelte, het café, altijd gewoon geopend voor publiek en cafégasten. In het weekeinde zit er overdag een biljartvereniging in de zaal. En regelmatig bedenk ik zelf activiteiten; een Hollandse avond, een bigband-festival en ga zo maar door. De combinatie van zaalverhuur en het café werkt fantastisch. Na de repetities komen alle muzikanten aan de bar een drankje drinken. En zo is de cirkel weer rond. En ik heb elke dag ander volk aan de bar en andere muziek in mijn oren. Over afwisseling gesproken... Ik heb bijvoorbeeld ook contact met drie begrafenisondernemers, zodat ik ook regelmatig een koffietafel hier in de zaal heb.”
Droom die uitkomt
Patrick van Dijk is nu in onderhandeling met Ahold om het pand te kopen. “Dat zou natuurlijk helemaal fantastisch zijn. Ik ben 36. Dan zou ik eigenaar zijn van café Marktzicht in Best. Een droom die uitkomt. Dan heb ik mijn zaakjes helemaal voor elkaar. Dan kan alles echt helemaal op mijn manier. En daar ben ik eigenlijk ondernemer voor geworden. Om zaken te doen zoals ik denk dat het moet. Zonder bemoeienis van anderen! Ik heb een prachtig bestaan. Ik werk hard, maar de horeca is mijn leven. Overdag kan ik bij mijn drie kinderen zijn, ‘s avonds in mijn café. Wat wil je nog meer?”
Foto door NFP Photography
15JaarDCK