Nederland heeft de magische drempel van 500 bierbrouwerijen gepasseerd. Hiermee is het aantal brouwerijen weer terug op het niveau van de middeleeuwen, toen vrijwel iedere stad een of meer eigen brouwerijen kende. Dat stelt de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur (SENB), die begin 2017 is opgericht. Op de website www.nederlandsebiercultuur.nl maakt deze stichting het rijke verleden en de prachtige toekomst van de Nederlandse biercultuur voor een breed publiek toegankelijk.
De groei van het aantal brouwerijen in Nederland is opmerkelijk. Begin jaren ’80 zat de biercultuur in Nederland qua aantal op een dieptepunt met ca. 20 brouwerijen. Twintig jaar later in 2000 was het aantal langzaam gegroeid naar 66. Pas de laatste zeventien jaar is de groei explosief geworden: In 2008 werd het aantal van 100 brouwerijen gepasseerd; in 2013 gingen we voorbij de 200-grens; in 2015 groeide de bierwereld naar 387 brouwerijen en nu, in augustus 2017, is de magische grens van 500 brouwerijen in ons land gepasseerd.
Bier-revival
Jan Ausems, voorzitter van SENB: “De eerste bier-revival ontstond in de jaren tachtig. Een kleine alternatieve beweging richtte zich op het brouwen van oude bierstijlen, vooral uit België. Aan het begin van dit millennium kreeg lokaal bier brouwen een nieuwe ‘boost’, met het verschil dat brouwers hun bieren met eigen recepten gingen maken. Mede dankzij het internet is lokaal bier brouwen daarna snel populairder geworden, vooral bij de jonge generatie. De opmars van ‘craftbeer’ maakt deel uit van een tegenbeweging in de voedselindustrie, waardoor het kleine, ambachtelijke en lokale product aan populariteit wint.”
Van groot tot klein
Er is een groot verschil in de grootte van de brouwerijen. Er zijn in Nederland een tiental grote brouwers waarvan de grootste een marktvolume produceren van zo’n 90% in de vorm van pilsener. Daarnaast zijn er inmiddels ruim 450 kleine, lokale ambachtelijke brouwerijen bijgekomen, die qua volume relatief kleine spelers zijn. Opvallend is dat met name de recent gestarte kleine brouwerijen worden gerund door jonge, hippe bierliefhebbers. Ongeveer de helft van de 500 brouwerijen bestaat uit zogenaamde huurbrouwers. Dit zijn brouwers die niet over een eigen productiebrouwerij beschikken (eigen brouwketels) maar capaciteit inhuren bij andere brouwerijen, oftewel brouwvolume huren. Deze brouwers brouwen daar wel hun eigen recepturen en zorgen verder zelf voor de verkoop, distributie en marketing van hun bieren.
Op de foto: Jeroen van Ditmarsch (l) en Jasper Langbroek van de jonge Haagse brouwerij Kompaan (copyright Bier! magazine)