Jan Willem van Miltenburg en Janneke Bavelaar zijn gelukkig getrouwd en de eigenaren van Eetcafé van Miltenburg in Bilthoven. De lezers van De CaféKrant kennen het stel van de maandelijkse column op decafekrant.nl en in dit interview stellen zij zich aan je voor. Het café is al ruim negentig jaar in de familie, de grootvader van Jan Willem kocht het in 1928. “Destijds was het de kantine van de sportclubs aan de overkant, want zelf hadden de clubs er geen.”
De buurtfunctie van het café is er nog steeds, net als in 1928, alhoewel er geen voetballers meer komen omkleden in de kroeg. “Destijds kwamen de voetballers hier inderdaad omkleden omdat ze daarvoor geen goede faciliteiten op de club hadden. Kantines kwamen ook pas later bij de clubs, dus het café – dat toen nog ‘Sportlust’ heette – had een belangrijke functie voor de gemeenschap. Niet alleen de sporters, maar ook de leden van de fanfare kwamen hier omkleden. De buurtfunctie is er nog steeds; het is zelfs uitgegroeid tot een regionale functie, want we zijn de thuisbasis voor ‘serviceclubs’, twee rotary clubs, de Lions club, een Ronde Tafel, biljartvereniging en ga zo maar door. Ons aandeel in het maatschappelijke leven in de omgeving is behoorlijk groot.” Het team van het café is dan ook echt een familie, vertelt Jan Willem: “Mijn vader is nu 83 en loopt zijn hele leven al hier rond. Kinderen van vaste gasten uit zijn tijd komen hier nu zelf en een jongen die hier werkte, is de zoon van iemand die bij mij in de klas zat. Daarnaast heeft een neefje van mij hier langere tijd gewerkt voordat hij bij het Korps Mariniers ging. Ons team is hecht; dat merk je aan wat er gebeurt in de groepsapp, maar ook aan hoe lang iedereen hier blijft werken. Pas als iemand in een andere stad gaat studeren, gaat hij of zij weg.” Verder is er geen familie betrokken bij het familebedrijf; de vier zussen van Jan Willem kozen voor een andere carrière.
Sterk businessmodel door vaste clubjes
En dat alles maakt het zo zuur dat de horeca noodgedwongen zo lang dicht is geweest, en nog steeds voor een deel vanwege de beperkingen. “Ook voor onze gasten, die voor de invulling van hun sociale leven voor een deel afhankelijk zijn van ons café. Met name de ouderen missen hun vaste clubjes en hebben verder geen mogelijkheden om elkaar te ontmoeten, dat mag simpelweg niet met de geldende regels. Maar ook voor ons is het ‘killing’, dat afwachten. Je ben vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week met je zaak bezig, maar krijgt er geen energie voor terug waardoor je je kunt opladen. Dat laatste is misschien wel het zwaarste van deze hele situatie. Bij mooi weer draaien we nu zo’n tien procent van de normale omzet en als het geen mooi weer is, dan stelt het niks voor. Dat is schrijnend. Binnen ons normale businessmodel zijn we voor een groot deel afhankelijk van de vaste clubjes; we hebben de afgelopen jaren juist heel hard gewerkt om ons bedrijf op die manier in te richten. Dat is niet voor niets, want we weten dat op de woensdag twintig man komen lunchen van de ene vereniging en de donderdagochtend wordt ingevuld door weer een ander clubje. Daar kun je op plannen qua personeel en goed op inkopen. Nu dat er niet is, zit je vaak de hele dag te wachten tot er iemand komt. Daar worden we niet zo vrolijk van.”
“De vraag is ook of dat vaste patroon weer terugkomt”, aldus Janneke. “Kijk eens naar de sportschool: hoeveel van de leden komen weer terug nu ze zelf gewichten en sportartikelen hebben gekocht bij de Decathlon? Datzelfde zie je in de horeca terug, want misschien zijn de mensen er nu aan gewend om op vrijdagmiddag in een loods te borrelen, want dat gebeurde toen de horeca dicht was. Mensen zoeken elkaar altijd op en dat de horeca in de beeldvorming de kop van Jut is, vinden we wel bijzonder. Wat we merken is dat met name de ouderen zo blij zijn als ze elkaar weer mogen opzoeken; dat is prachtig om te zien en je wordt er bijna emotioneel van. Toen de terrassen weer mochten openen zijn er heel wat traantjes weggepinkt.”
Crisis op Koningsdag
De coronacrisis heeft gezorgd voor een grote schuldenlast bij de horeca. “Pas geleden las ik dat iedere Nederlander 233 biertjes in de horeca moet bestellen om de schuldenlast van de horeca af te lossen. Naar verwachting gaat onze branche in 2024 fiscaal pas weer wat bijdragen aan de economie omdat we de uitgestelde belastingen moeten terugbetalen. Als je dan leest dat de KLM de staatsteun nooit had mogen ontvangen, dan knakt er wel iets. We willen niets liever dan het bedrijf voortzetten dat al zo lang in de familie is, maar alle handvatten om dat te doen zijn ons al veel te lang afgepakt.” Jan Willem haalt Koningsdag als concreet voorbeeld aan: “Dat de horeca met beperkingen weer mocht openen een dag na Koningsdag, is geen toeval lijkt me. En die ‘pauzeknop’ die de overheid bedacht, is duidelijk achter een bureau verzonnen. Hoe kun je dan inkopen? Nu hebben wij een groot parkeerterrein, dat ook ons eigendom is. We hebben dat op Koningsdag autovrij gemaakt en ons terras gesloten gehouden. De mensen konden toen op de parkeerplaats een feestje vieren terwijl wij het bier tapten precies op de grens met de parkeerplaats. Zo gebruikten we het terras niet, dus de twee boa’s die al snel poolshoogte kwamen nemen wisten niet wat ze ermee moesten. Juridisch gezien was het op deze manier heel lastig voor ze om ons ergens op aan te spreken. Ze gingen weg en een tijdje later kwamen ze terug met versterking in de vorm van zes politieagenten, maar ook zij konden geen juridische gronden vinden om dit gebeuren te verbieden. Om kwart voor vijf in de middag kwamen twee agenten langs. Zij vertelden ons dat we nu op last van de burgemeester moesten stoppen met tappen. Helemaal prima. Ik vroeg de gasten vriendelijk om te vertrekken en dat gebeurde ook netjes. Toch vonden ze het toen nodig om iedereen met buitenproportionele middelen de straat uit te vegen. Er bleken vierentwintig agenten om de hoek te staan, compleet met wapenstokken en honden. Dat heeft onze relatie met de lokale overheden wel verstoord, ook omdat er gezinnen met kinderen en ouderen bij waren. Behoorlijk ongepast naar mijn mening.”
Normaalgesproken is het café samen met andere ondernemers actief betrokken bij de organisatie van Koningsdag in de gemeente. Janneke: “We zitten met enkele andere horecaondernemers in het ‘Local Heroes’ collectief, waarmee we samen optrekken om jaarlijks gezamenlijk een groot koningsdagfeest te organiseren. Op het grasveld voor het gemeentehuis nota bene. We organiseren met deze club nog andere grote events voor de gemeente; dat zijn evenementen die je niet alleen kunt organiseren vanwege de schaalgrootte. Met die andere ondernemers hebben we ook nu vaak contact; we overleggen over hoe iedereen onderneemt in deze tijden en trekken vaak samen op, zoals met brasserie Le Nord in Bilthoven, waarmee we samen kerstpakketten hebben gemaakt. In het pakket zat onze eigen gin.”
Het eetcafé heeft namelijk een eigen gin laten ontwikkelen. “En die valt behoorlijk in de smaak bij onze gasten”, lacht Jan Willem. “We hebben hem de ‘MiltyGin’ genoemd en wordt vaak verkocht als relatiegeschenk of cadeautje, maar de gastsprekers van de Rotary ontvangen ook een fles, dus aan hen verkopen we er gegarandeerd twintig per jaar voor de sprekers plus de fles die alle leden met Kerst krijgen. Dat zijn leuke aantallen. De gin hebben we samen met Distilleerderij de Pronckheer in Cothen gemaakt en is precies geworden zoals we hem wilden hebben. We hebben gekozen voor de toevoeging van hopbellen omdat we veel bier verkopen in ons café. De smaak is geurig en fris, wat ook weer goed past bij de Indische avonden die we organiseren. We konden ons eigen etiket op de fles laten maken als we minimaal 250 flessen zouden afnemen, dus dat hebben we meteen gedaan. Ongeveer een jaar voor de eerste lockdown hebben we de gin in onze zaak officieel gelanceerd en het is een succes gebleven. De gin wordt in de slijterij van een neef van me in Amsterdam verkocht, dus zelfs in de hoofdstad wordt hij gedronken.”
Prijswinnende saté op de kaart
Jan Willem benoemde de Indische avonden al, want in dit eetcafé kan uitstekend gegeten worden. Niet alleen voor de lunch, maar ook tijdens het diner. “Op de kaart staat niks spannends eigenlijk: saté, biefstuk, burgers, tonijnsteak… Dat soort dingen. Echt gegarandeerde hardlopers. Maar de kwaliteit van ieder gerecht is top en daar onderscheiden we ons in. We hebben zelfs prijzen gewonnen voor onze saté en ons broodje bal eindigde als vierde van Nederland in een wedstrijd die uitgeschreven werd door De Telegraaf. In Bilthoven is er geen vergelijkbare zaak, zowel in ambiance als aanbod. We zijn zeker geen conceptzaak, maar een eetcafé met een sterk eigen karakter, net als onze teamleden dat hebben. We willen een kroeg blijven, zeker aan de voorkant, waar het kroeggevoel heel sterk is. In het zaaltje achter de kroeg is het nét even wat strakker, maar ook daar voel je dat je in een café zit. Dat is de sfeer die we willen behouden.” Nu de horeca ook diner kan draaien (op het terras) zijn er wat meer mogelijkheden. “Maar dat doen we wel met een kleinere kaart, vanwege de inkoop en de onduidelijkeid. Als het buiten veertien graden is, dan schat ik in dat er weinig animo is om buiten te gaan eten.”
Ondanks alle coronaperikelen blijft het stel geloven in een betere toekomst en investeren ze in een toekomstbestendig eetcafé. “We hebben een stretchtent besteld. Die is tachtig vierkante meter groot en kan altijd staan, weer of geen weer, behalve als het sneeuwt. Er kunnen ook heaters onder, zodat het terras ‘het nieuwe binnen’ kan worden als dat straks nog nodig is. Wij verwachten dat alles in september wel weer zo’n beetje normaal is, waardoor we ook weer reserveringen voor feestjes en partijen krijgen. Er druppelen nu al wel reserveringen voor bijeenkomsten en borrels binnen voor juni, wanneer er naar verwachting weer meer mag.” Niet alleen nu, maar ook in het verleden hebben de ondernemers veel geld gestoken in het eetcafé. “We hebben er destijds een verdieping opgebouwd en de zaak verder uitgebreid en flink aangepakt. Dat heeft ons zeker wel een half miljoen gekost, dus er is ons veel aan gelegen om het te behouden voor de gemeenschap. Gelukkig zijn we tijdens de coronacrisis geen schulden aangegaan, maar hebben wel alles uit eigen middelen moeten financieren. Dat slaat wel een gat in je oudedagsvoorziening natuurlijk, maar we beseffen dat wij al ruim vijfentwintig jaar lang een buffer hebben kunnen opbouwen. Je zal maar twee of drie jaar geleden gestart zijn met je horecazaak. Dan overleef je dit niet. De NOW-regeling zorgde er wel voor dat we mensen konden behouden, maar het is niet voldoende. Reken maar dat vijftig procent van je vaste kosten blijven doorlopen, zoals verzekeringen, loonbelasting, het contract met de afvalbeheerder en ga zo maar door. De gemeente presteerde het zelfs om de gebruikerslasten te indexeren dit jaar, terwijl we niks hebben kunnen gebruiken. Toch wel frappant als je het mij vraagt, want met Kerst sturen ze je een reep chocola om je een hart onder de riem te steken in deze moeilijke tijden, waarna ze een maand later die indexatie doorvoeren. Daar kun je veel repen chocola voor kopen.”
Eetcafé van Miltenburg in cijfers:
En nu even privé:
Blijf je graag op de hoogte?
Eén keer per week het actuele en relevante cafénieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.