Hier, in een drukke winkelstraat in Leiden, werd de wereldberoemde rode ster van Heineken ontworpen. Aan de bar van De Vergulde Kruik werd de ster eigenhandig getekend door meneer Heineken; overigens is het de enige bar in Nederland met een zilveren bierkraan. Absoluut een bezoekje waard, en zodoende bezochten wij Marcus Biemans, die samen met zijn compagnons eigenaar is van deze historische kroeg in hartje Leiden.
“De naam dit café heeft vermoedelijk betrekking op het verleden van dit pand; het was immers een slijterij. Het is een Rijksmonument en het barmeubel stamt uit 1800. Een ander leuk detail zijn de porseleinen wc-bakken uit 1881, het jaar waarin de kroeg is verbouwd. Toen hebben veel originele details een nieuwe plek gevonden, waardoor ze bewaard zijn gebleven.”
Hier worden heel veel rondjes gegeven
Ondanks zijn relatief jonge leeftijd, hij is pas dertig jaar oud, heeft Marcus de geschiedenis van zijn café goed in zijn hoofd geprent. Het is dan ook een zaak met veel stamgasten die houden van traditie. “Er komen hier heel veel winkeliers”, vertelt Marcus. “En zij drinken pils. Punt. Niets anders. En dat zijn allemaal van die kleintjes hoor, die glazen heten ‘le baby’. Het zijn Franse glazen die niet meer worden gemaakt, dus we hebben er destijds heel veel van ingekocht. Er past vijftien centiliter in en zijn uitermate geschikt om rondjes van weg te geven. Waarom ze zo klein zijn? Omdat dan iedereen de kans heeft om een rondje te kunnen geven. Die vaste gasten zijn trouw hoor, toen ik hier voor het eerst achter de toog stond, belde zo’n vaste gast op. ‘Ik bel even om door te geven dat ik er vandaag niet ben’, zei hij. Nu weet ik dat ze bellen omdat de anderen zouden kunnen denken dat er iets aan de hand is; het is echt een hechte club die goed voor elkaar zorgt.”
Even wennen voor de stamgasten
De vaste gasten hebben ook zo hun tradities. Inmiddels is Marcus geaccepteerd, sinds hij zeven jaar geleden de zaak samen met zijn compagnons overnam. “We hebben wel een en ander veranderd hoor”, zegt Marcus. “Er is flink verbouwd, waardoor de zaak veel groter is geworden, wel vier keer zo groot. In de Rembrandtzaal organiseren we veel feesten; denk daarbij aan afstudeerborrels, afscheidsdiners en andere borrels. Vroeger was achter het huidige café een restaurant gevestigd. Dat restaurant was van de vorige eigenaar, Hans Seisveld, die hier nog wel twee dagen per week achter de bar staat. Hij is nu begin zeventig, dus hij staat er nu nog vooral voor de lol. Zijn kinderen hadden niet de ambitie om de zaak over te nemen, dus in 2012 deed de kans zich voor om het café te bemachtigen. Het stond toen in de stille verkoop. Kijk, in deze straat waren er vroeger wel veertien cafés, nu zitten alleen wij er nog. Het geeft wel aan dat het hard werken is om met je café je brood te verdienen. Volgens mij gunde Hans ons de zaak, mede omdat we het café wilden voortzetten. Als een ander het had gekocht, dan bestond er de kans dat er de zoveelste schoenenwinkel in zou komen… In het begin moesten de stamgasten zeker aan mij wennen. Stond ik daar als broekie van vierentwintig, terwijl ze Hans waren gewend.”
De aanhouder wint
De overname is succesvol gebleken; de Rembrandtzaal wordt zo’n 175 keer per jaar geboekt, de zaak is flink uitgebreid en ook het assortiment is flink uitgebreid, net als de doelgroep. Marcus: “De stamgasten zijn gelukkig gebleven, maar na de overname hebben we
wel meer studenten kunnen aantrekken. Zij weten ons ook goed te vinden. Er staan bovendien veel meer speciaalbieren op de kaart en de service is bij ons – al zeg ik het zelf – uitmuntend. Je wordt hier aan tafel bediend. Bij de uitbreiding hebben we de binnenplaats bij het café getrokken, maar het oorspronkelijke café is intact gebleven. Ik kan er echt gelukkig van worden als ik vanachter de bar naar buiten kijk. Deze zaak is zo mooi om te zien en heeft zoveel historie… Het is een voorrecht om hier te kunnen werken, alhoewel dat in de beginperiode hier niet zo was. Op maandag schaamde ik me een beetje als bekenden langs het café liepen. Dan zat ik daar in de hoek van de bar te wachten op klandizie. Aan het eind van de dag had ik een euro of twaalf omgezet… Gelukkig heb ik het kunnen uitzingen vanwege mijn compagnons, die al langer ondernemen binnen de horeca. Natuurlijk weet ik ook wel dat een goedlopende zaak niet te koop is. Die zijn óf veel te duur óf ze komen simpelweg niet te koop; je moet dus altijd op zoek naar nieuwe of extra doelgroepen en een mooi concept neerzetten. Maar ja, de aanhouder wint, en nu loopt het enorm goed. Boven verwachting zelfs! En aan mijn personeel geef ik het goede voorbeeld, ik maak elke dag nog zelf in mijn zaken schoon. Als je laat zien dat je zelf hard werkt en vies werk niet uit de weg gaat, dan gaan ze zelf uiteindelijk ook een stapje extra. Het werkt twee kanten op.”
Club der verlepten
De tradities worden in ere gehouden, net als het interieur. En al die vaste gasten? Die hebben ook geweldige anekdotes. “Juist die tradities en vreemde gebruiken van mijn stamgasten zijn fascinerend. Er is hier een club die zich de ‘club der verlepten’ noemt. Ze gebruiken ons café als ontmoetingsplek. Er worden allerlei redenen verzonnen en clubjes opgericht als excuus om naar het café te komen. Zo is de fietsbakkentocht berucht; een fietstocht door de duinen, die vooral bedoeld is om overal bier te drinken. En dan zijn er de jeeptochten, waaraan enkele vasten van ons deelnemen. Eén van mijn stamgasten vertelde me over een van die tochten, waarbij hij 1000 colablikjes had laten afvullen met bier. Ze gingen immers naar Scandinavië, waar het bier veel en veel duurder was. Importeren mocht niet zomaar, dus daarom hadden ze deze truc verzonnen. Geniaal. Tja, dat kan tegenwoordig allemaal niet meer, maar die gasten van mij zitten vol met zulke verhalen. Geweldig.”
Goede samenwerking met de compagnons
Inmiddels is Marcus niet meer zo’n ‘broekie’. Hij heeft enkele zaken geopend samen met zijn compagnons. “Mijn twee huidige compagnons bleven me destijds maar vragen om met ze in zee te gaan, terwijl ik destijds in sterrenrestaurants werkte. Zo heb ik een tijd bij Niven gewerkt in Rijswijk. Paul en Marco, mijn compagnons, waren echter vasthoudend en ze bleven wisten van geen ophouden. Op een gegeven moment was ik het zat. Ik belde ze op en zei: ‘Vraag het me vanavond nog één keer’. Zo gezegd, zo gedaan. Ze vroegen me het nog één keer en toen heb ik ja gezegd. Inmiddels hebben we samen in vijf jaar tijd zes zaken geopend. We werken perfect samen, zolang we maar niet met zijn drieën achter de bar hoeven te staan. Ieder heeft zo zijn passie en kunde, de één is goed met cijfers en vergunningen, de ander werkt vooral in de zaken en de derde is creatief bezig en houdt zich meer bezig met het personeel. Zelf heb ik een enorme passie voor mooie producten en daarom staan er hier wel vijftig gins waaruit je kunt kiezen. Mijn compagnon, die goed is met cijfers, wijst me er dan op dat je op veel van die dure gins een slechte marge hebt, dus dan bind ik wat in. Zij zijn voor mij een goed klankbord, maar ze hebben dan ook al twintig jaar meer ervaring dan ik natuurlijk.”