Dit kerstverhaal gaat over twee brouwers. Die twee brouwers komen uit dezelfde familie, het zijn namelijk broer en zus. De zus is de oudste van het stel. Ze is temperamentvol, gedreven en houdt van uitgesproken smaken. Haar broer, die ze steevast ‘Mijn kleine broertje’ noemt, is wat rustiger van aard, al is hij minstens zo gedreven en heeft hij meer met toegankelijkere smaken. ‘Kinderachtig’, noemt zijn zus dat zelfs, ‘Want zoet is een smaak voor kinderen…’
De broer en zus zijn opgegroeid in de brouwerij, die is immers al eeuwenlang in de familie. Elke generatie van de familie brouwt zijn eigen bier. Dat heeft er al die eeuwen voor gezorgd dat de brouwerij in de behoefte van de tijd kon voorzien, dat de smaak van het beschikbare bier precies voldeed aan de smaak die de consument op dat moment verlangde. Nu de broer en zus bijna oud genoeg zijn om de brouwerij van hun ouders over te nemen, wordt het tijd om gezamenlijk een bier te gaan bedenken wat in de komende jaren kan uitgroeien tot het nieuwe paradepaardje van de brouwerij. En dat valt nog niet mee.
De zus brouwt haar wort, de basis die na de vergisting ‘bier’ mag gaan heten, net als andere brouwers. Maar waar de meeste bierbrouwers - zoals haar broer - de wort koelen om er vervolgens de gist aan toe te voegen, pakt de zus het net even anders aan. Zij stort de hete wort in een grote kuip en laat daar, gedurende een nacht, de wort in afkoelen. Tijdens het afkoelen komen wilde gistcellen uit de buitenlucht af op de vele suikers in de wort. De wilde gist ent zich op de wort en de volgende morgen wordt de wort in grote, eikenhouten tonnen gepompt, waar de gist zijn werk doet. De wilde gist eet alle aanwezige suikers op en geeft daar koolzuur, alcohol en smaak voor terug. En wat voor smaak! Een hele uitgesproken, waar de zus zo van houdt: zuur.
De broer brouwt veel liever een heel ander biertype. Zijn ideale bier maakt hij met geroosterde moutsoorten, zodat er een warme, koperrode tot lichtbruine kleur in het bier ontstaat. De smaak van zijn bier is zoet en het is maar onzin dat zijn zus dat een kinderachtig smaakje vindt. Zoetigheid geeft tenminste body; een flink mondgevoel aan het bier. Bovendien is er naast de zoetigheid nog veel meer te ontdekken in zijn bier. Fruitige tonen en aroma’s die wat weg hebben van chocolade, geven het bier diepte en complexiteit.
Hoe dan ook, de broer en zus worden het maar niet eens over welk bier hun generatie moet gaan vertegenwoordigen. Ze blijven allebei overtuigd van hun eigen gelijk en ze vinden allebei dat ze het beste bier maken. Wat dat betreft zijn het wel echte brouwers. Na een lange brouwdag moet er nog één lading wort naar een vergistingstank verplaatst worden. Maar de broer is moe en voelt zich niet lekker, dus hij vraagt een knecht van de brouwerij om de laatste klus van de dag alleen te doen en gaat naar huis. De knecht heeft de broer alleen verkeerd begrepen en pompt de donkerkleurige wort in een eikenhouten vat, eentje waar -normaal gesproken- de zure bieren van de zus in liggen te rijpen. De wilde gisten van het zure bier hebben zich diep in de poriën van het hout genesteld en kunnen nu losgaan op de donkere wort van de broer.
De broer gaat thuis op tijd naar zijn bed. ’s Nachts heeft hij een aantal vreemde dromen, maar de volgende ochtend staat hij weer fit op. Als hij, eenmaal weer terug bij de brouwerij, er samen met zijn zus achterkomt wat er met de verse wort is gebeurd worden ze beiden eerst heel boos. Maar de broer vertelt dan over zijn droom van afgelopen nacht, waarin hij zich zorgen maakte over de toekomst van de brouwerij. Hij zag in zijn droom de brouwerij steeds minder populair worden, omdat hij en zijn zus het maar niet eens konden worden over wat voor bier ze moesten ontwerpen. Uiteindelijk zou de brouwerij door het gekibbel moeten sluiten! De broer en de zus worden het eens dat het inderdaad zo niet langer kan, ze moeten samenwerken. En dus wordt het vat met het jongbier niet meer als fout gezien, maar als een experiment.
Het bier heeft een lange rijpingstijd nodig, maar als het eenmaal op dronk is blijkt het overheerlijk te zijn geworden. Het heeft een prachtige robijnrode kleur en een fantastische, rijke smaak. Het bier is fris, zoet en zuur. Enorm veel fruitige smaken als pruimen, zwarte bessen, sinaasappel en kers zijn allemaal te herkennen. Diepte komt van een lichte hint chocolade en wat eikenhout. De droge, friszure afdronk doet zowaar denken aan een complexe rode wijn! Dit moet het bier zijn dat de toekomst van de brouwerij veiligstelt. Het kerstfeest wordt met de hele familie op de brouwerij gevierd. Iedereen geniet van het bier, dat tijdens het hele diner geschonken wordt. Het smaakt verrukkelijk bij het voorgerecht met zalm en daarna past het ook geweldig goed bij de gevulde kalkoen. Zelfs bij het dessert met stoofpeertjes, roomkaas en bastognekoek laat het bier zich goed smaken. De broer en zus kijken elkaar tevreden aan. Vrolijk kerstfeest!
Richard Moerkerk is de vaste columnist van De Cafékrant, internationaal biersommelier en eigenaar van De BierBasiliek. Iedere maand publiceert hij een inspirerende column. Lees ze hier. Ontdek ook de fascinerende wereld van bier met Richard Moerkerk in zijn boek 'Bier als de vrouw van mijn dromen', waarin hij grappige anekdotes, leerzame weetjes en heerlijke bierrecepten deelt.
Blijf op de hoogte!
Eén keer per week het actuele en relevante cafénieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.